Blog Layout

Jun 05, 2021

 De hagedissen zijn weer thuis

Het haalde zelfs het acht uur nieuws: de opening van de Leidsepleinfietsenstalling onder het Kleine-Gartmanplantsoen en de terugplaatsing van de hagedissen.
Het is niet voor het eerst dat dit gebied op de schop is genomen. Een deel van de contouren van het Kleine-Gartmanplantsoen zoals wij het nu kennen, ontstond in de tweede helft van de 19e-eeuw, nadat Bolwerk Schinkel was ontmanteld. Dat bolwerk maakte deel uit van de verdedigingswal om de 17e-eeuwse stad. 

Het Leidseplein, het Max Euweplein (voormalig Bolwerk Schinkel), en bij de rode stip het Kleine-Gartmanplantsoen.


Bolwerk Schinkel

Op het Bolwerk Schinkel stond, zoals op alle bolwerken rond de stad, een molen. Op dit bolwerk hebben zelfs drie Roomolens gestaan (nr. 1 en 2 zijn afgebrand in respectievelijk 1748 en 1813). Het waren korenmolens. Rond de molen was een dorps buurtje met 46 huisjes waar 70 gezinnen woonden die op één of andere manier iets met de molen te maken hadden. De huisjes waren eigendom van de molenaars en hadden rode daken, vandaar de naam Het Roode Dorp. 

Links: een gezicht op de Leidsepoort en rechts daarvan het Bolwerk Schinkel. Midden: de Roomolen. Rechts: het Roode Dorp.

 

In 1844, de functie van de bolwerken was inmiddels verdwenen, kreeg het Bolwerk een nieuwe bestemming: de eerste Nederlandse gevangenis met individuele cellen zou op deze plaats worden gebouwd. De molenaars werden uitgekocht, het Roode Dorp afgebroken.

 

Het Huis van Arrest en Justitie

Bolwerk Schinkel werd aangeplempt tot een cirkelvorm waarop de nieuwe cellulaire gevangenis werd gebouwd.

Tekening voor het Huis van Arrest en Justitie door architekt J. Warnsinck, gedateerd augustus 1845. De structuur van wat nu het Max Euweplein is, is goed herkenbaar, alleen het voorgebouw en de rechter luchtplaats van het Huis van Arrest en Justitie, zijn verdwenen. Op de plaats van de rechter luchtplaats staat nu het Casino. Onderaan de tekening is de toen nog open Lijnbaansgracht zichtbaar.

 

In 1890 werd de gevangenis verbouwd tot Huis van Bewaring. Het voorgebouw aan de Weteringschans werd wat korter gemaakt om de straat te kunnen verbreden en naast het Huis van Bewaring verrees het Rechtbankgebouw.

Boven de doorgang naar het Max Euweplein hangt een vergane foto, vermoedelijk oorspronkelijk deze foto uit 1915. De gedenksteen op de foto rechts is gemaakt door Pieter Zaanen (architect Max Euweplein), de tekst is van Richter Roegholt.


De tekst op de gedenksteen aan de Weteringschanszijde vertelt de geschiedenis van het Huis van Bewaring: het straffen van misdadigers, maar ook de vrijheidsberoving van Joodse Amsterdammers en verzetsmensen in de Tweede Wereldoorlog. Toen werd namelijk een deel van de gevangenis gebruikt door de Sicherheitsdienst, die hier gevangenen opsloot en ondervroeg. In en nog lang na de oorlog had ‘De Weteringschans’ daardoor in Amsterdam een beladen klank.

 

In 1978 werd het Huis van Bewaring gesloten; de laatste gedetineerden werden overgebracht naar het nieuwe Bijlmerbajes-complex. Het Huis van Bewaring werd vervolgens letterlijk opengebroken. De voormalige centrale hal geeft nog steeds toegang tot de vier cellenvleugels, waarin nu kantoren zijn, maar verbindt ook het Kleine-Gartmanplantsoen met het Max Euweplein. In 1991was de verbouwing klaar. Het voormalige Kantongerecht was inmiddels in 1982 al kunstcentrum De Balie geworden.


Een plantsoen voor Marie Kleine-Gartman

Om de Weteringschans verder te verbreden was in 1913 de Lijnbaansgracht overkluisd en ontstond het Kleine-Gartmanplantsoen, genoemd naar de actrice Marie Kleine-Gartman (1818-1885), een gevierde actrice in de 19e-eeuw eeuw.

Marie Kleine-Gartman was verbonden aan de Stadsschouwburg en de Salon des Variétés, en was vanaf de oprichting in 1883 docent aan de Amsterdamse Toneelschool. Ze was bovendien erelid van zowel  Felix Meritis als Arti et Amicitiae. De foto laat haar zien als juffrouw Serklaas in haar grootse afscheidstournee.

 

Bij de recente herinrichting van het Kleine-Gartmanplantsoen is de Lijnbaansgracht onder het plantsoen gedempt en de fietsenstalling aangelegd. Met de terugplaatsing van de veertig hagedissen (het Blauw Jan kunstwerk van Hans van Houwelingen) is het werk voltooid. Als knipoog naar het kunstwerk zijn op de vloer van de fietsenstalling ook afbeeldingen van reptielen te zien die de gebruikers naar de uitgang begeleiden.



Foto's: Volkskrant, Spaarnestadcollectie, Beeldbank Amsterdam.

Share by: