Blog Layout

May 27, 2021

Swarten en swartinnen in 17e-eeuws Amsterdam 

Frans van Mieris, 1662.

Eerder schreef ik drie blogjes over de grote 17e-eeuwse maritieme immigratiegolf van vooral Scandinavische en Noord-Duitse mannen en vrouwen die naar Amsterdam kwamen. Maar er was ook een andere - veel kleinere – gemeenschap van zeelieden, dienstbodes en bedienden die in dezelfde periode in Amsterdam ontstond. Zij vormden een gemeenschap van honderd tot tweehonderd vrije zwarte mensen die rond de Sint-Anthoniesluis in de Jodenbuurt woonden. Dicht bij Rembrandt die ze, net als andere 17e-eeuwse kunstenaars, regelmatig schilderde. 
Slavernij was in Amsterdam verboden. En het lijkt erop alsof in de periode tussen pakweg 1620 en 1660 Afro-Amsterdammers ook nog niet zo geassocieerd werden met slavernij. Dat veranderde in de late 17e-eeuw toen Amsterdammers plantagehouders werden.

Herkomst
De herkomst van de zwarte Amsterdammers was divers; er kunnen tenminste drie subgroepen worden onderscheiden. De varensgezellen, in dienst van de VOC en WIC, waren dikwijls in Afrika geronseld ter vervanging van matrozen die onderweg overleden waren. Soms betrof het hier familieleden van Afrikaanse slavenhandelaren die het vak wilden leren. Daarnaast waren bijvoorbeeld Kaapverdische zeelieden geliefd vanwege hun kennis van zeeroutes. De tweede groep bestond uit huisslaven en bedienden die met Portugese Joden meekwamen naar Amsterdam en zich bij de zwarte gemeenschap aansloten. Een derde groep, tenslotte, betrof tot slaaf gemaakte personen die in dienst waren van rijke, meest bij de VOC en WIC betrokken Amsterdammers. Een voorbeeld van de laatste groep is Juliana die in de tentoonstelling Amsterdammers en slavernij in het Stadsarchief (2020) een gezicht kreeg. Juliana was tien of elf toen ze gekocht werd door een suikerhandelaar die woonde in de toenmalige Nederlandse kolonie in Brazilië. Toen haar eigenaar naar Amsterdam verhuisde nam hij Juliana mee. Juliana kwam er achter dat slavernij in Amsterdam verboden was en vluchtte, hoogstwaarschijnlijk naar de zwarte Amsterdamse gemeenschap..

Zwarte mensen in Amsterdam. Links: Rembrandt, Afrikaanse mannen, Mauritshuis, 1661. Midden: J. van der Ulft, Markt op de Dam (detail). Stadsarchief, 1653. Rechts: Jacob van Loo, Allegorie op de spijsuitdeling aan de armen (detail), Amsterdam Museum, 1657.

 

Een hechte gemeenschap

Het functioneren van de zwarte gemeenschap leek, voor zover ik na heb kunnen gaan, veel op die van de noordelijke maritieme immigranten. Vrouwen woonden permanent in Amsterdam, zij vormden het ankerpunt. Mark Ponte, die uitgebreid onderzoek deed naar doop- en ondertrouwregisters en notariële akten, noemt bijvoorbeeld Francesca. Francesca was een slaapvrouw. Zij verwelkomde nieuwkomers die in haar kelderwoning onderdak kregen en hielp hen inburgeren in de zwarte gemeenschap. In een getuigenis wordt gezegd dat zij: ‘al de swarten die hier ter stede komen, aenhout in haar huijs, & die coppelt an Swartinnen’. Ponte laat verder zien hoe regelmatig dezelfde namen terugkeren als huwelijkspartners, getuigen bij huwelijken, getuigen bij de doop van kinderen en in notariële akten. Het lijkt erop dat men elkaar kende en steunde.

 

De Amsterdammers in deze zwarte gemeenschap behoorden veelal tot de Joodse of Rooms-katholieke geloofsgemeenschap. Van kinderen van Rooms-katholieke ouders is bekend dat ze werden gedoopt in het Mozeshuis, dat naast het Aaronhuis stond op de plek van de huidige Mozes- en Aaronkerk.  

Gevelsteen van het huis Mozes, nu te zien aan de achterkant van de kerk.

 

Omslag

In de tweede helft van de 17-eeuw groeide de slavenhandel aanzienlijk. Vanaf 1667, als Suriname in Nederlands bezit komt, ging het bovendien niet meer alleen om opbrengst uit mensenhandel, maar werd de aanvoer van tot slaaf gemaakten ook essentieel voor het in stand houden en verder uitbreiden van de plantages. Weliswaar bleef slavernij in Amsterdam verboden, maar de wetgeving werd verscherpt: in de loop van de 18e eeuw verloren bijvoorbeeld tot slaaf gemaakte mensen die na een bezoek aan Amsterdam met hun eigenaar terugkeerden naar Suriname daar hun recht op vrijheid weer. De beeldvorming en houding ten aanzien van zwarte medeburgers in de stad was wezenlijk veranderd.

 


Bronnen:

L.W. Balai, Het slavenschip Leusden, Proefschrift UVA, 2011.

Mark Ponte, 'Al de swarten die hier ter stede comen' . Een Afro-Atlantische gemeenschap in zeventiende-eeuws Amsterdam. TSEG - The Low Countries Journal of Social and Economic History, 15(4), pp.33–62. DOI: http://doi.org/10.18352/tseg.995

Zwart Amsterdam in Rembrandts tijd, tentoonstelling Rembrandt Museum, 2020. Zie ook de minidocumentaire bij de tentoonstelling: https://www.youtube.com/watch?v=yTRI161zY_g


Share by: