Blog Layout

Apr 19, 2022

Westeroord

Op deze oude luchtfoto is de voormalige Nieuwe Westerbegraafplaats (Westeroord) achter de Petroleumhaven goed te zien. De plek heeft zowel een verdrietige als een vrolijke rol gespeeld in het leven van de Jordaanbewoners.

 

De Nieuwe Westerbegraafplaats

Rond 1900 groeide, na twee eeuwen stilstand, Amsterdam weer. Er werden nieuwe wijken gebouwd, waaronder de Spaarndammerbuurt, net ten noorden van de Jordaan. Daar lag de Westerbegraafplaats, die echter voor de nieuwbouw moest wijken en in 1894 werd gesloten. Voortaan moesten de Jordanezen hun geliefden begraven op de Nieuwe Westerbegraafplaats, ver buiten de stad en meer dan drie kwartier lopen. Het was een emotionele aanslag op de Jordaanbewoners. Zij wilden hun overleden dierbaren, en zeker de gestorven kinderen, dichtbij houden. En de kindersterfte in Amsterdam was hoog, in 1900 stierf 20% van de kinderen voordat ze 6 jaar waren. In de Jordaan lag dat percentage zeker nog hoger.

Niet alleen de Jordaanbewoners waren ontevreden over de ligging van de nieuwe begraafplaats. Ook de aansprekers (uitvaartverzorgers) die met de begrafenisstoet mee moesten lopen, vonden de afstand tot de stad veel te groot. Zij namen het initiatief voor de aanleg van de begraafplaats Vredenhof dicht bij de rand van de stad, die in 1897 werd geopend. Vanaf dat moment werden op de Nieuwe Westerbegraafplaats alleen nog ‘gemeentelijken’ begraven: ongeïdentificeerde drenkelingen, zelfmoordenaars, en mensen die ‘van den arme’ werden begraven. De begraafplaats werd in 1917 gesloten. 


C.J. Petronella van Asperen van de Velde

Caroline Petronella van Asperen van de Velde was van 1912 tot 1935 directrice van buurthuis Ons Huis in de Jordaan (nu Hotel Mercier).  Van Asperen was onderwijzeres en secretaresse van de grote Nationale Tentoonstelling Vrouwenarbeid (1898) geweest, ging vervolgens naar de School voor Maatschappelijke Werk en volgde colleges sociologie en economie. In 1903 begon ze in Ons Huis als secretaresse en vervolgens werd ze adjunct-directrice. Met succes, want in 1912 was het bestuur unaniem van mening dat zij de vertrekkende directeur moest opvolgen. Bovendien werd ze ook penningmeester van het bestuur. Het bestuur was zich wel bewust van zijn ongebruikelijke keuze voor een vrouw en gaf de suggestie mee om grote publieke bijeenkomsten door een man te laten voorzitten. Of Van Asperen die suggestie heeft opgevolgd weet ik niet, maar ik betwijfel het. Zij bleek al snel haar vrouw te kunnen staan. Ons Huis groeide in het tijdperk van Juffrouw van Asperen van één buurthuis naar een onderneming met meer dan tien dependances, die allemaal onder de eindverantwoordelijk van Van Asperen vielen. Van voor het jeugdwerk bestemde gemeentelijke subsidiegelden ging jaarlijks 70% of meer naar Ons Huis.


Vacantieschool  

Al kort na de oprichting in 1892 was Ons Huis op zoek gegaan naar –tijdelijke -plaatsen in de buurt, waar kinderen veilig konden spelen. In 1906 kwam er ruimte naast Ons Huis in de Rozenstraat voor een eigen speelplaats (nu de tuin van Hotel Mercier). Direct in haar eerste jaar als directrice organiseerde Van Asperen in de schoolvakanties daar een spelprogramma voor de kinderen uit de buurt. Ze noemde het de Vacantieschool. Het werd een enorm succes, maar noodzaakte Van Asperen ook om uit te zien naar– alweer tijdelijke- plekken in de stad waar ook Vacantiescholen konden worden georganiseerd, zoals de Tolhuistuin en Frankendael.

 

De definitieve oplossing kwam in 1922. Van Asperen schrijft in haar memoires:

’Ik herinner mij als den dag van gisteren mijn eerste bezoek aan de voormalige Nieuwe Westerbegraafplaats (…) geëscorteerd door een ambtenaar (…). Lange, breede lanen, groote grasvelden, hoog geboomte, bloeiende heesters, - als een oase lag het daar in den Amsterdamschen polder, achter de Petroleumhaven. Het stukje, dat inderdaad begraafplaats mocht genoemd worden, lag volkomen geïsoleerd en kan reedelijk buiten gebruik blijven’.


Om de associatie met de voormalige begraafplaats te voorkomen bedacht Van Asperen de naam Westeroord. Het terrein werd in gebruik genomen op Hemelvaartsdag 1922. Het jaarlijkse lentefeest van Ons Huis kon nu met alle afdelingen samen worden gevierd. Om 8 uur ’s-ochtends verzamelden zich uit alle delen van de stad 80 vrachtwagens vol met kinderen, allemaal versiert met bloemen. Aangekomen werd de meidans gedanst, gevolgd door andere reidansen. Ook was er een poppenkast en voor ieder kind een krentenbol en limonade.

In de jaren die volgden liepen de kinderen in vakanties in optocht naar de De Ruijterkade waar de Zaansche boot vertrok die hen afzette in de Petroleumhaven. Eenmaal werd in de Jordaan nepnieuws verspreid:‘de boot f’n ’t Ons Huis is gesonke – driehonderd kinderen ferdronke en juffrouw f’n Espere ook’. Tientallen ouders kwamen hollend, fietsend of zelfs met een taxi naar Westeroord. Het was vals alarm. Bij de thuisreis stonden drommen Jordanezen op De Ruijterkade te wachten en de wandeling terug naar Ons Huis werd een triomftocht. Van Asperen, zo werd geconcludeerd ‘siet er niks fersope uit’.

In de loop van de jaren hebben – dankzij Van Asperen - duizenden kinderen vakantie gevierd op Westeroord. Met de pensionering van Caroline van Asperen in 1935 kwam voor Ons Huis een einde aan een tijdperk. Westeroord bleef tot 1951 in gebruik.




Bronnen:

C.P. van Asperen v.d. Velde (1943), Jordaanherinneringen.

Ons Huis, Honderd jaar buurthuiswerk in Amsterdam (1992).

Algemeen Handelsblad, 1917.

De Groene Amsterdammer (1922) http://historisch.groene.nl/nummer/1922-06-03/pagina/5#4/-4.48/-104.15

Statistisch Jaarboek der Gemeente Amsterdam, 1900.

Amsterdam op de Kaart, https://020apps.nl/blog/2015/06/van-begraafplaats-tot-vakantieschool/

Share by: