Twintig minuten lopen vanaf het Rijksmuseum in Amsterdam staat het huis waar Rembrandt van Rijn vanaf 1633 woonde en werkte. Waar je in het Rijksmuseum prachtige schilderijen, etsen en tekeningen van Rembrandt kunt bekijken, geeft het Rembrandthuis een inkijkje in zijn dagelijkse leven. Het Rembrandthuis is nu een museum, maar de inrichting is nog steeds zoals die in Rembrandts tijd was. Hier leefde hij met Saskia en Titus, zijn vrouw en zoon, en schilderde hij de Nachtwacht. Hier ook stonden Saskia en Titus regelmatig model voor hem.
Bijna tien jaar nadat Saskia en Rembrandt in het huis waren komen wonen, overleed Saskia. In de jaren daarna kreeg Rembrandts reputatie een flinke knauw. Saskia’s testament bepaalde namelijk dat hertrouwen voor Rembrandt grote financiële gevolgen zou hebben. Het alternatief, samenwonen, werd in het zeventiende-eeuwse Amsterdam gezien als leven ‘in hoererije’. Een verhouding van Rembrandt met zijn huishoudster Geertje Dircx liep bovendien uit op een publiek drama. Met haar opvolgster Hendrickje Stoffels had Rembrandt een rustiger relatie, hoewel de kritiek op het ongetrouwd samenwonen bleef. Daar kwam bij dat Rembrandts werk langzaamaan veranderde: zijn penseelstreken werden grover, de afbeeldingen minder gedetailleerd. Dat was niet wat zijn klanten wilden en de inkomsten van de schilder liepen terug. In 1658 ging Rembrandt failliet.
Cornelia, de dochter van Hendrickje en Rembrandt, was vier jaar oud toen het faillissement van haar vader werd uitgesproken. Cornelia was vernoemd naar Rembrandts moeder en door haar vader erkend, maar toch werd zij beschouwd als een bastaardkind. Het faillissement betekende dat het Rembrandthuis moest worden verkocht. Het gezin verhuisde naar een huurwoning in de mindere Jordaanbuurt. De glorietijd van Rembrandt heeft Cornelia dus nooit bewust meegemaakt.
In het huis in de Jordaan schilderde Rembrandt en deden Hendrickje en Titus hun best dat werk te verkopen, maar de resultaten daarvan waren karig. Het gezin had het niet breed. Vijf jaar na de verhuizing overleed Cornelia’s moeder aan de pest en de negenjarige Cornelia kreeg de verantwoordelijkheid voor het huishouden. Zes jaar later sloeg het noodlot opnieuw toe. Binnen een jaar overleden zowel Titus als Rembrandt. Cornelia was toen nog net geen vijftien jaar en stond er alleen voor. Als bastaardkind had ze nauwelijks rechten.