Blog Layout

Apr 28, 2024

‘De rots van Benthem danst’

Op nr. 40 in de Sint Jacobsstraat is deze gevelsteen te zien. Hier woonde van 1660 tot 1691 Hendrick Ameshoff die uit Bentheim, net over de grens bij Enschede, kwam. Vermoedelijk handelde Hendrick in het zandsteen dat rond Bentheim werd gedolven en in Amsterdam erg gewild was.

Bentheimer zandsteen had een rijke uitstraling en het was dan ook niet goedkoop. Dat had onder meer te maken met het transport van Bentheim naar Amsterdam. De grote steenbrokken werden in zompen (een groot model punter) via de Dinkel en de Vecht naar Zwolle gebracht en vervolgens per schip over de Zuiderzee naar Amsterdam gevaren. Daar werden de brokken steen dan bewerkt. Onder andere het 17e-eeuwse pronkstuk van Amsterdam, het stadhuis, is gebouwd van Bentheimer zandsteen.


Vondel schreef ter gelegendheid van de opening van het stadhuis op 29 juli 1655 een lofdicht van 1369 regels. Daarin bezong hij onder andere de vele boomstammen die het gebouw stutten dat was opgetrokken uit Bentheimer en Weser zandsteen en versierd was met marmeren reliëfs aan de voor- en achtergevel: 'Het Noortsche mastbosch neemt het Raethuis op den rugh. De rots van Benthem danst. De Wezerstroom wort vlugh. De Wester marmerklip den maetzang volght van Kampen' (verzen 559-561).

 

Bentheimer: zandsteen en verf

Bentheimer zandsteen kon niet voor alles en door iedereen worden gebruikt. De populariteit van het bentheimer zandsteen maakte dat er ook bentheimer verf werd ontwikkeld, een mengsel van oker en wit, soms met een toevoeging van wat rood of zwart. Ook daarmee kon je je huis verfraaien.

Als je er op let, zie je in de binnenstad van Amsterdam overal bentheimer.


Een mooi voorbeeld voor de verschillende manieren waarop het werd gebruikt is te zien op de Herengracht. Op nr. 166 (rechts op de afbeelding) staat het bakstenen pand Soli Deo Gloria, verbouwd rond 1730. De grachtengroene deur en de bentheimer kozijnen in twee tinten zijn typisch voor de grachtengordel.

Die kleuren van deur en kozijnen zie je ook op het witte huis ernaast, op nr. 168. Het is door Philip Vingboons ontworpen en dateert uit 1638. Maar dit pand is helemaal gebouwd uit bentheimer zandsteen.

Het Bertolottiehuis van bouwmeester Hendrick de Keyzer uit 1617 (links op de afbeelding) bestaat uit een combinatie van baksteen en zandstenen elementen, typisch voor de vroege zeventiende eeuw. Toen was het kleurgebruik vooral gericht op contrast tussen baksteen en zandsteen. Het zandsteen op dit pand is overgeschilderd in de kleur van het steen. Dat gebeurde vaker omdat zandsteen snel vervuilde. Ook hier zijn de deuren en kozijnen in respectievelijk grachtengroen en twee bentheimer tinten geschilderd.

 

Vier eeuwen later is de bentheimer kleur van de stad lichter dan vroeger. De verf werd door de invloed van het zonlicht bleker. En omdat schilders dikwijls werd gevraagd een pand in dezelfde kleur over te schilderen, werden de natuurstenen delen en de kozijnen in een steeds lichtere zandsteenkleur geschilderd.

 


Bronnen:

R.A.M. Pellemans, monumentenadviseur Bureau Monumenten en Archeologie. De kleur van de stad. September 2007. https://www.amsterdamsebinnenstad.nl/binnenstad/218/2007-pellemans-kleurenbeleid.pdf

Gevelstenen van Amsterdam.

Een lappendeken van marmer en zandsteen: https://docplayer.nl/26689176-Een-lappendeken-van-marmer-en-zandsteen.html

Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten.

Share by: