Blog Layout

Apr 08, 2024

De Hoeksteen in de Oude Looiersstraat

Jacomijntje Pieters  

In 1663 verhuisde Jacomijntje Pieters van Middelburg naar Amsterdam. Daar had haar man Pieter Cornelisz. Plockhoy zich na enige rondzwervingen in Engeland en Ierland gevestigd. Enkele jaren later woonde Jacomijntje in het Doopsgezinde armenhofje De Hoeksteen in de Oude Looiersstraat. Wat was er gebeurd?


Hofje de Hoeksteen

De Hoeksteen werd in 1617 gesticht door twee van de vele doopsgezinde gemeenschappen die Amsterdam toen telde, Het Lam en De Toren. Deze gemeenschappen werden gedoogd. Dat betekende dat zij bijeen mochten komen in gebouwen die vanaf de straat niet duidelijk herkenbaar waren als kerkgebouw. Het Lam kerkte op Singelgracht 452. De naam van deze huiskerk was ontleend aan een gevelsteen iets verder op aan het Singel (het pand waar nu discotheek Odeon is). De gemeenteleden van De Toren kwamen bijeen in een huiskerk achter Herengracht 139-145. Samen besloten Het Lam en De Toren een armenhofje voor armlastige leden op te richten.

Hondervijftig jaar later, in 1760, kwam het hofje de Hoeksteen in handen van de gemeente. In 1786 werd het omgebouwd en telde toen 25 eenkamerwoningen waarin gezinnen met soms wel 10 kinderen woonden. In 1926 werd het complex afgebroken. Alleen de gevelsteen herinnert nog aan het voormalige hofje.

Pieter Plockhoy

Pieter Plockhoy, geboren in Zierikzee, was halverwege de 17e-eeuw enkele jaren een onbezoldigde doopsgezinde voorganger in Middelburg.  Zijn ideaal was om een christelijke gemeenschap te stichten, waarin iedereen vrij was om er zijn eigen godsdienstige opvattingen op na te houden. Hij werd uit de kerk in Middelburg gezet vanwege beschuldigingen van overspel. Hij reisde naar onder andere Londen en Amsterdam waar hij probeerde steun te krijgen voor zijn ideeën. In Amsterdam bezocht hij diensten van de collegianten, protestanten die godsdienstige bijeenkomsten organiseerden op een plek waar alle protestanten zich thuis konden voelen, ondogmatisch en met een vrijheid van denken. Ook zorgden zij voor wezen en armen.


Maar Pieter wilde meer. In 1662 diende hij bij de burgemeesters van Amsterdam een plan in om een utopische gemeenschap te stichten in de Amsterdamse stadskolonie Nieuwer-Amstel – het huidige New Castle in Delaware (eerder Fort Casimir). Deze stadskolonie was voor Amsterdam aantrekkelijk vanwege de graanbouw. De kolonie leverde zekerheid van graanaanvoer in periodes van oorlog in de Oostzee. Het stadsbestuur was dan ook ruimhartig bij het aantrekken van kolonisten voor de kolonie: lutheranen, katholieken en doopsgezinden waren van harte welkom. Zo ook de utopische gemeenschap van Plockhoy. Zijn plan werd goedgekeurd.

Zijn gemeenschap beoogde godsdienstig vrijzinnig te zijn, met leden die samen over alles zouden beslissen. Van slavernij zou geen sprake zijn ‘alsoo wij met geen heerschappije ofte knechtische slavernije onze compagnie willen belasten'. Plockhoy kreeg een stuk grond in de stadskolonie toegewezen en 25 van de 40 kolonisten die met hem mee gingen kregen ieder een lening van 25 gulden als startkapitaal. In de zomer van 1663, Jacomijntje en zijn vier kinderen waren nog maar net in Amsterdam gearriveerd, waagde Plockhoy met zijn gezin en zijn medestanders de overtocht. De vooruitzichten waren gunstig. In juli 1663 zetten ze voet aan wal.

Fort Casimir

 

Een treurig einde

Het liep anders. In de eerstvolgende zomer veroverden de Engelsen heel Nieuw-Nederland en plunderden Plockhoys kolonie leeg. Toen de oorlog met Engeland in 1667 eindigde, was de Amsterdamse aandacht al verlegd naar het veel winstgevender Suriname. Hoe het verder ging met Plockhoy en zijn kolonisten is onduidelijk. In het meest recente onderzoek (2020) van Henk Looijesteijn staat dat van Plockhoy en zijn plannen niets meer werd vernomen en dat hij waarschijnlijk kort na het fiasco is gestorven.

Jacomijntje Pieters en de kinderen zijn uiteindelijk terug gegaan naar Amsterdam en woonden daar nog tientallen jaren, weduwe Jacomijntje Pieters in het armenhofje de Hoeksteen in de Oude Looiersstraat. Zij werd ondersteund door de doopsgezinde gemeenten. Jacomijntje overleed rond 1695.


 

Noot: Jacomijntje Pieters wordt soms ook vermeld als Jacomijntje Bertelmeus.

 

Belangrijkste bronnen:

Henk Looijesteijn,  Pieter Plockhoy en de Amsterdamse stadskolonie. Ons Amsterdam, 1 oktober 2020

Henk Looijesteijn, Hoe Amsterdam in 1656 een Amerikaanse kolonie kreeg. Parool, 18 oktober 2020.

J.Z. Kannegieter, het ontstaan van de Jordaan.

http://www.amsterdamhistorie.nl/jordaan/kannegieter/hoofdstuk24.html

Beeldbank Amsterdam

Wikipeda

Share by: