Dertig kinderen en een sigaar
De kop van Hooft staat nog steeds prominent boven de ingang van de winkel.
Het neogotische pand is een bezienswaardigheid met zijn torentje, trapgevels, siervazen, guirlandes, griffioenen, trompetten en dergelijke. Je raakt niet uitgekeken. Het pand is ontworpen door A.C. Bleijs, een leerling van de beroemde architect P. Cuypers, en de kop van Hooft is gemaakt door Ed. Colinet, een partner van Cuypers. De ingang was oorspronkelijk aan de Keizersgracht, maar is in 1900 naar de hoek verhuisd. Het meest bijzondere aan het pand vind ik de vertelling die op twee reliëfs staat. De reliëfs zijn gemaakt door L. de Fernelmont … jawel … een neefje van Cuypers.
De productie van sigaren
Vanaf 1874 was in Nederland fabrieksarbeid door kinderen verboden en in 1881 was de slavernij afgeschaft. Het verhaal op de twee reliëfs, dat gaat over de productie van sigaren, lijkt daar echter weinig door beïnvloed te zijn. Er zijn dertig kinderen (sommige bronnen hebben het over engeltjes) aan het werk. De vertelling begint aan de Leidsestraatzijde. Daar oogsten zwarte kinderen tabak op een plantage. Vervolgens wordt de tabak verpakt. In het midden van dit reliëf staan drie kinderen die toezicht houden op de oogst, het verpakken, en ook op het vervoer van de tabak dat aan de rechterkant van dit reliëf is afgebeeld.
Het verhaal gaat verder aan de Keizersgrachtzijde. Hier wordt de tabak uitgepakt en vervolgens wordt er een gigantische sigaar gerold. Aan de rechterzijde van dit reliëf wordt het product gekeurd. De producent is daarbij niet welkom: een zwart kind wordt ruw weggeduwd.
Het sigarenmagazijn is ongeveer twintig jaar in het pand gevestigd geweest, dat daarna verschillende andere bestemmingen heeft gehad. De huidige winkeliers verkopen wat je een hedendaagse versie van de sigaar zou kunnen noemen: cbd producten van de cannabisplant.