Dienstbodes (Migranten uit het noorden, 2)
De kwetsbare positie van dienstbodes maakte het uitkijken naar een mogelijke huwelijkspartner een aantrekkelijk alternatief. Dienstmeisjes en varenslieden uit Noorwegen, Denemarken en Sleeswijk-Holstein konden elkaar vinden doordat ze bijvoorbeeld in hetzelfde pension verbleven of de Lutherse kerk aan het Spui bezochten. Die laatste optie bood ook dienstmeisjes die bij hun werkgever inwoonden kans om een partner te ontmoeten. De kerk was belangrijk voor de immigranten, wellicht nog meer voor vrouwen dan voor mannen. Zij woonden immers permanent in Amsterdam, terwijl de mannen het grootste deel van de tijd op zee waren en het nooit zeker was of ze terug zouden keren. De kerkdiensten waren tot 1648 in het Duits, daarna in het Nederlands, wat voor een deel van de bezoekers een probleem was. Maar dat verhinderde het ontmoeten van landgenoten niet. Dat het kerkbezoek meer omvatte dan devoot deelnemen aan een dienst, blijkt uit het gemopper van voorzanger Casper Caspari. Hij beklaagde zich over de wanorde in de kerk: kerkgangers rookten, lazen de krant, zongen schunnige liedjes, en onder de preekstoel presenteerden zich hoeren.
Tussen 1600 en 1800 trouwden 12.000 Noren in Amsterdam. Voor zover na te gaan koos ongeveer twee-derde van de Noorse bruiden voor een Noorse man. Maar er waren ook dienstbodes uit Noord-Europa die een Nederlandse man trouwden. Westfaalse Geesje en haar Nederlandse Jan zijn daarvan een voorbeeld.
Geesje uit Westfalen
Geesje uit Westfalen vertrok per boot naar Amsterdam, waar ze als dienstmeid ging werken. Van haar belevenissen is bovenstaande prent gemaakt. We zien Geesje vertrekken naar Amsterdam en vervolgens wordt ze door een besteedster verhuurd als dienstmeisje. De volgende afbeeldingen laten Geesje aan het werk zien. Ze schept de as uit de haard, veegt de stoep en zorgt voor de kinderen. Maar Geesje snoept stiekem en neemt ’s-avonds een kaars mee als ze naar bed gaat. Haar werkgeefster slaat haar, Geesje vertrekt en vindt een nieuwe betrekking. Dan ontmoet ze Nederlandse Jan en de dominee trouwt het stel. Geesje gaat met Jan naar bed, rijdt met hem in een koets, en zit met hem op een bankje. Op de laatste afbeelding geeft ze haar baby de borst en wordt ze uiteindelijk zelf huisvrouw en moeder (“Geesje sit hier by haar man, En sy geeft het kind een pram”).
Eind goed al goed? Ik weet het niet. Historica Mariëlle Hageman ontdekte namelijk dat er ook een oudere versie van de prent bestaat, waarin Geesje tussen haar eerste en tweede baan in het Spinhuis (tuchthuis voor vrouwen) verbleef en waar Jan een bruut bleek te zijn, die Geesje sloeg.
De aflevering Arme Elsje van de serie De Gouden Eeuw is terug te kijken, zie:https://www.ntr.nl/De-Gouden-Eeuw/42/detail/De-Gouden-Eeuw/NPS_1210660