Blog Layout

Mar 01, 2022

Judith Leyster: ‘Met de mannen egaal in de kunst’

Op 8 maart 2021 (internationale vrouwendag) presenteerde het Rijksmuseum voor het eerst werk van vrouwelijke kunstenaars in de Eregalerij. Schilderijen van Judith Leyster, Gesina ter Borch en Rachel Ruysch zijn er nu permanent te zien. Het schilderij De Serenade (1629) van Judith Leyster is het oudste van de drie werken. Leyster was een van de bekendste vrouwelijke kunstenaars van de Gouden Eeuw.

 

Haarlem: Een jonge zelfstandige schilder met een eigen atelier


Judith Leyster, waarschijnlijk een leerling van Frans de Grebber en Frans Hals, schilderde haar meeste werken tussen 1629 en 1635 in Haarlem. In 1633 werd ze, 24 jaar oud, lid van het Haarlemse Sint-Lucasgilde. Daarmee werd zij de enige vrouwelijke meesterschilder van de 17e-eeuw. Haar zelfportret (zie hieronder) is vermoedelijk het meesterstuk dat zij schilderde om tot het gilde te worden toegelaten. Meesterschilder Leyster opende een eigen atelier waar zij ook leerlingen opleidde. Een 17e-eeuwse kroniekschrijver noemde haar “met de mannen egaal in de kunst”.

Zelfportret 1630


Haar zelfportret wordt gezien als een voorbeeld van assertiviteit. Met de grote hoeveelheid penselen in haar linkerhand benadrukt Leyster in dit portret haar vakkennis. Anders dan andere vrouwelijke schilders, die vooral gedetailleerde stillevens maakten, schilderde Leyster het dagelijks leven met een ‘losse’ schildertechniek.

Leyster signeerde haar werk met JL, versiert met een leid-ster.

 

Amsterdam: Echtgenote, moeder en zakenvrouw


In 1636 trouwde Judith Leyster met schilder Jan Miense Molenaer’, die ook wordt beschouwd als een leerling van Frans Hals. Het paar verhuisde naar Amsterdam, waar zij twaalf jaar lang, van 1637 tot 1648 woonden. Eerst een paar jaar in de Gasthuismolensteeg, vanaf 1640 in de Kalverstraat ‘daer 't horologie in de gevel staet’ en tenslotte ‘bij de Heybrugge’ in de Dubbeleworststeeg. In Amsterdam kreeg zij vier van haar vijf kinderen. Slechts twee kinderen zouden volwassen worden.

Uit haar Amsterdamse tijd is slechts één werk bekend: een aquarel van een tulp. Mogelijk heeft ze wel meer werk gemaakt, maar niet onder haar eigen naam. Toen na de dood van Jan Miense Molenaer de inboedel werd geïnventariseerd, bevonden zich onder de schilderijen bijvoorbeeld ook enkele werken van ‘juffr. Molenaer’. Wel duidelijk is dat zij, met haar ‘goed en cloeck verstand’, in deze Amsterdamse tijd met succes de zakelijke kant van het atelier, waaronder de verkoop van schilderijen, organiseerde.

Tulpenaquarel ‘de vroege Brabantsson’, 1643

 

In Amsterdam is de brug over de Boerenwetering, naast het Rijksmuseum, naar Judith Leyster vernoemd.

 

Een tweede zelfportret


In 1648 verhuisde het gezin naar Haarlem en Heemstede. Haarlem was vooral de werkplaats, het gezin woonde in het landelijke Heemstede. Uit deze periode zijn een paar werken van Judith bekend, waaronder een tweede zelfportret.

Zelfportret 1653


Judith Leyster overleed in 1660 in Heemstede.



Bronnen:

http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1780-1830/DVN/lemmata/data/Leyster, Mauritshuis, DBNL, RKD




Share by: