Blog Layout

Feb 12, 2022

De erfenis van Agneta Deutz

Deze gevelsteen op Kerkstraat 190 geeft een mooi beeld van het Deutzenhofje, waarvan Kerkstraat 184-198 deel uitmaken. Het hofje is in 1695 gebouwd uit de nalatenschap van Agneta Deutz. De gevelsteen laat de achterzijde van het hofje zien. De imposante ingang tot het – helaas niet toegankelijke - hofje is aan de Prinsengrachtzijde. Boven de poort daar staat ‘Den armen tot een troost, tot voorbeeld aan den rijken’. De hofjeswoningen aan de Kerkstraat waren bestemd voor verarmde vrouwelijke familieleden van Agneta en voor dienstboden van haar familie. Vandaag de dag wordt het hofje nog steeds bewoond door oudere dames.

Het Deutzenhofje aan de Prinsengracht met in het midden het poortgebouw (foto: Stadsherstel)


Veel panden in de Kerkstraat maakten deel uit van de bewoning aan de naastliggende Prinsengracht en Keizersgracht. De Kerkstraat is namelijk aangelegd om de grachtenhuizen een achteringang te verschaffen, waar men bijvoorbeeld een koetshuis kon bouwen. In delen van de straat zie je de hoge deuren van de koetshuizen nog terug.

Dat de huizen 184-198 aan de Kerkstraat deel uitmaken van de veel rijkere bebouwing aan de Prinsengracht, blijkt ook uit het feit dat ze van meet af aan riolering hadden die loosde op de Prinsengracht. De bewoners waren dus niet afhankelijk van de Boldootwagen. Voordat de panden in de vorige eeuw werden gerestaureerd werkte dit systeem overigens niet geheel feilloos en kon het in de huizen flink stinken.

Agneta Deutz (Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).


Agneta werd geboren in een rijke Amsterdamse familie en groeide op in een gezin met 9 kinderen in het statige huis de Star aan Keizersgracht 121. Toen ze trouwde verhuisde ze naar Delft. Ze kreeg twee zoons uit twee huwelijken. Na het overlijden van haar tweede echtgenoot verhuisde ze terug naar de Star. Het grootste deel van haar erfenis is naar het hofje gegaan.


Haar oudste zoon erfde alleen zijn legitieme aandeel (een-derde), met hem had ze hooglopende ruzies over zijn “woest leven en woedende conduyte (gedrag)”. Volgens een door Agneta op onderzoek uitgestuurde notaris was hij het criminele pad op gegaan en hoopte zoonlief “dat sij in de hel lagh en brande ende dat de duyvele haer door de hel met de haerlocken sleepte”. Haar jongste zoon overleed voor Agneta. Agneta kocht de grond van het hofje en legde vast dat twee-derde  deel van haar erfenis bestemd was voor “het stighten, opbouwen en onderhouden van een pieus hofje binnen dese stadt Amsterdam, twelck het Deutz Hoffje genaemt sal werden, omme van tijdt tot tijdt bewoont te werden bij sodanige behoeftige vrouwspersonen van de ware Gereformeerde religie ende daer van professie”.


De huizen aan de Kerkstraat zijn nu in het bezit van Stadsherstel Amsterdam, met uitzondering van nr. 190 dat eigendom is van het Deutzenhofje. De halsgevels op de panden 194-198 zijn deels afkomstig van de monumentenwerf in Duivendrecht, waar historisch materiaal wordt bewaard voor hergebruik.



Noot: De eerste aanzet voor dit blog was een korte tekst die ik schreef voor de Vriendenwandeling 2021 van Stadsherstel Amsterdam. 

Share by: