Blog Layout

Nov 05, 2022

Zeep Op ’t Water

De kade die we nu kennen als het Damrak heette tot de gedeeltelijke demping van de oude haven Op ’t Water. Al in de 15e eeuw stonden daar enkele zeepziederijen. De productie van zeep was belangrijk voor de stad en vanaf 1526 werd de zeepproductie dan ook door het stadsbestuur gereguleerd.


De samenstelling van de Winter Seep (van Sint-Maarten tot Vastenavond) moest bestaan uit twee delen hennipolie en een deel raapolie. Voor de Somer Seep gold het omgekeerde. Uitzonderingen, bijvoorbeeld in jaren dat de hennip- of raapolie schaars was, moesten door de keurmeesters worden goedgekeurd. Elk stuk zeep moest worden gebrandmerkt en ook voor de verpakking waren er duidelijke voorschriften. Lange tijd mocht in de stad alleen deze Amsterdamse zeep worden verkocht. Daarnaast werd de zeep, die bekend werd om zijn kwaliteit, ook buiten de stad goed afgenomen. Naast Hollandse steden werd er ook geleverd aan diverse Duitse steden en werd er zeep naar West-Indie getransporteerd. De populariteit van de zeep blijkt ook uit de vele pogingen die werden gedaan om elders gemaakte zeep te verkopen als Amsterdamse zeep.


Een van de vroegste zeepziederijen was De Vergulde Hand. De precieze geboortedatum van het bedrijf is onbekend, maar op schrift komt de naam voor het eerst voor in 1554. De Vergulde Hand veranderde in de navolgende decennia enkele malen van eigenaar, en kwam in 1596 in handen van zeezieder Willem Adriensz, woonachtend op de hoek van Op ’t Water en de Kapelsteeg (nu de Haringpakkerssteeg). Tot 1971 zou De Vergulde Hand op deze plek gevestigd blijven. 

In 1905 werd dit gebouw van architect Van Straaten in gebruik genomen. Het is nog steeds te zien op Damrak 15.


In de 16e eeuw kwam de De Vergulde Hand in het bezit van de familie Pauw, belangrijke kooplieden en bestuurders van de stad. Door de jaren heen bezaten zij verschillende ziepziederijen, waaronder ook de eveneens aan Op ’t Water gelegen zeepfabriek De Blinde Ezel. De kokende olie voor het maken van zeep was brandgevaarlijk en De Blinde Ezel brandde in 1569 op spectaculaire wijze af. Het zou niet de laatste brand in een Amsterdamse zeepziederij zijn. 

In 1675 kocht Jan Woltman De Vergulde Hand en een paar jaar later verbouwde hij het bedrijf en bracht de gevelsteen hier boven aan. Hij werd zes keer overman van het Zeepzieders College, dat de 16 tot 20 zeepzieders van de stad verenigde. In de achttiende eeuw liep dit aantal langzaam terug. Het pand Op ’t Water bleef eigendom van de familie Woltman en overleefde alle andere zeepfabrieken in de stad. Vanaf 1812 was De Vergulde Hand de laatste nog overgebleven zeepziederij in Amsterdam.  In 1921 werd een familie NV opgericht door Casper Anton Woltman ’om nog gedurende mijn leven zorg te dragen dat de naam en de zaak De Zeepfabriek De Vergulde Hand nog jaren lang kan en zal blijven voortbestaan’ . 

Links een reclame uit 1925, rechts de plaat die (ook als legpuzzel) in 1954 werd uitgegeven ter gelegenheid van het 400 jarig bestaan van De Vergulde Hand.


Het bedrijf werd in 1968 door de familie Woltman verkocht en daarna nog verschillende keren doorverkocht. In 1971 verdween De Vergulde Hand uit Amsterdam. Je vindt het merk nu alleen nog terug in de winkelvakken als scheerzeep. In de marketing wordt vermeld dat het – waarschijnlijk – het oudste scheerzeepmerk ter wereld is.


Bronnen:

M.G.Emeis (1954). Waar men 4 eeuwen om zeep ging. Amsterdam: Uitgeverij J.H. de Bussy.

https://www.slideshare.net/hollandboutique1/de-vergulde-hand-brand-intro-61844668


Share by: