Blog Layout

Oct 13, 2023

Zwitserse huisjes in Amsterdam

Voormalig zittingslokaal Rozengracht, nu in gebruik door een dierenarts.


In de tweede helft van de 19e-eeuw nam de gemeente Amsterdam diverse private ondernemingen over, zoals gas- en drinkwaterbedrijven. Daarnaast reorganiseerde de gemeente haar al bestaande taken, waaronder de geneeskundige armenzorg en de politie.


Gemeentelijke geneeskundige armenzorg

De geneeskundige zorg voor armen was in Amsterdam in handen van gemeentelijke, kerkelijke en particuliere instanties. De gemeentelijke zorg bestond rond 1850 uit twaalf wijkdokters en vier stadsheelmeesters, die naast hun gewone werk een armenspreekuur hielden. Het was lang niet genoeg. Een eerste aanzet voor verbetering kwam in 1853 van wethouder Jan Pieter Heije (1809-1876). Zijn plan voorzag in uitbreiding van de medische voorzieningen ten behoeve van de armen: er zouden wijklokalen en een paar specialistische poliklinieken komen. Heije wilde bovendien een betere salariëring voor de armendokters om zo de betrekking aantrekkelijker te maken voor goede artsen.

De uitvoering liet echter op zich wachten. Het duurde tot 1886 voor in elk van de twintig Amsterdamse wijken een geneeskundige en een vroedvrouw werkzaam waren. Daarnaast werden de wijken geclusterd in zes groepen die een zogeheten zittingslokaal kregen. In de zittingslokalen werkten een heelkundige en een verloskundige. Op stedelijk niveau waren er bovendien enkele speciale klinieken waar de armen terecht konden.

Twee van de zes zittingslokalen werden in bestaande gebouwen gevestigd, voor de vier anderen werden onderkomens gebouwd. In ieder geval twee daarvan, op de Rozengracht en in het Westerpark, werden gebouwd in chaletstijl, de zogeheten Zwitserse huisjes. Alleen het huisje op de Rozengracht is er nog (zie afbeelding boven).

Zittingslokaal Westerpark, met op de voorgrond een rijwielbrancard.


De bouw en het onderhoud van de gebouwen van de gemeentelijke bedrijven waren de taak van Publieke Werken. In de tweede helft van de 19e-eeuw was er in de samenleving in toenemende mate aandacht voor natuur en buitenleven, waarbij Zwitserland als ideaalbeeld telde. Bij de bouw van de houten chalethuisjes liet Publieke Werken zich daardoor inspireren. Na de eeuwwisseling zou de chaletstijl minder populair worden en koos Publieke Werken vaker voor de Amsterdamse School stijl.


Politie

De gemeente Amsterdam reorganiseerde niet alleen de geneeskundige dienst grondig, maar ook de politie. In 1878 vond bij de politie een reorganisatie plaats. De nachtwachten werden afgeschaft, de politie nam de nachtelijke bewaking van de stad over. In 1897 werd de eerste politiepost op de Nieuwmarkt geopend, ook hier in chaletstijl, maar in de buurt beter bekend als het ‘bouwdoossie’. In een hangmat konden de agenten daar even uitrusten van hun lange nachtelijke wandelingen. De houten huisjes hadden vaak ook een arrestantencel, soms een ehbo-functie, ook werd er bij sommige een openbaar toilet aan gebouwd. In 2012 heeft Ons Amsterdam een voorlopige lijst van politieposten gepubliceerd. Daaruit blijkt dat er tenminste 58 politieposten in Amsterdam zijn geweest, waarvan in ieder geval 11, maar waarschijnlijk meer, chalethuisjes waren.

Twee daarvan bestaan nog. De eerste, aan de Nieuwezijds Voorburgwal, is bij velen bekend. Gebouwd in dezelfde periode als het huisje op de Nieuwmarkt, werd het in 1915 een openbaar toilet. In 1984 heeft het vervolgens een horeca bestemming gekregen. Het is een type A chalet, d.w.z. een grote versie. 

Op de Achtergracht 11f, bij het Frederiksplein, staat een kleinere, type B versie. Dit chalet is eveneens gebouwd in 1897 en stond oorspronkelijk op de Hemonylaan. In 1913 is het verhuisd naar de Achtergracht en heeft daar tot 1924 als politiepost dienst gedaan. Tegenwoordig is het in gebruik bij kunstenaar Ruchama Noorda.

Beide huisjes zijn een Gemeentelijk Monument.


Van zes andere, verdwenen chalethuisjes heb ik foto’s kunnen vinden.

Van links naar rechts: Sarphatipark, Zoutkeetsplein, Nieuwmarkt, Ertskade, Van Hogendorpplein, Mauritskade


Twee uitvindingen, ook uit de tweede helft van de 19e-eeuw, zouden in de 20e-eeuw de vele politieposten overbodig maken: de fiets en de telefoon. De rijwielagent kon een groter gebied beslaan dan de wandelende agent. En door de verspreiding van het telefoonnetwerk hoefde de burger niet meer naar de politiepost voor een melding, maar kon de telefoon pakken.



Noot:

Op Weteringschans 4 stond vanaf 1919 een chalet waarin het Bureau voor Alcoholverslaafden gevestigd was. In de jaren zeventig werd dit huisje gebruikt door de actievoerders van Bouw es wat anders (https://www.youtube.com/watch?v=DBttegpSWBc). Daarna is het afgebroken.

Bronnen:

J.van Geuns, De geneeskundige armverzorging te Amsterdam (NTVG.nl)

Jellinek Historie

Simon van Blokland en Frans Duivis, Een ‘bouwdoossie’ op de Nieuwmarkt. Ons Amsterdam, 1 juli 2022.

Amsterdam op de Kaart, Publieke Werken

Het Zwitserse ideaal, over de aantrekkingskracht van de het Zwitserse landschap op reizigers. Geschiedenis Magazine van Isgeschiedenis, 2009.

Ons Amsterdam, Politieposthuizen: waar stonden ze? 30 mei 2012.

Annet Mooij, Han Israëls, Aan de Achtergracht, honderd jaar GG&GD Amsterdam. Bert Bakker, 2001.


Share by: