Blog Layout

May 26, 2023

Tussen Warmoesgracht en Rozengracht

Warmoesgracht, richting Dam

 

Na twee eeuwen economische stilstand begon Amsterdam in de tweede helft van de 19e-eeuw weer te groeien. Er werden buiten de 17e-eeuwse stadswal nieuwe wijken gebouwd, zoals de Kinkerbuurt en de Pijp. Dat riep de vraag op hoe de bewoners van die nieuwe wijken toegang tot de binnenstad konden krijgen. In het westen van de stad leek het dempen van de toch al smerige Rozengracht (zie markering) een goed begin. Achter het Paleis op de Dam lag de korte Warmoesgracht (zie markering) die ook gedempt kon worden. 

Maar zoals de bovenstaande kaart uit 1875 laat zien, tussen de Rozengracht en Warmoesgracht blokkeerden de Herengracht en de Keizersgracht, beide met rijke koopmanshuizen, de aanleg van een doorgaande route. Bovendien lagen Rozengracht en Warmoesgracht niet helemaal in elkaars verlengde. Kortom, de aanleg van een nieuwe verbinding was een geduchte ingreep.

 

De Raadhuisstraat werd uiteindelijk in 1895 aangelegd. Maar het was het ontwerp van Van Gendt en zonen dat het karakteristieke aanzicht gaf aan de s-vormige straat, die dwars door twee rijen grachtenpanden aan de Herengracht en Keizersgracht loopt. Hun voorstel werd in 1897 bij de gemeente ingediend door de aannemers Staal en Haalmeijer, namens verzekeringsmaatschappij 'De Utrecht'. In dagblad De Tijd staat dat zij ‘de Zuidzijde van de straat tusschen Heeren- en Keizersgracht met één monumentaal gebouw (zullen) bezetten’. En, zo meende de gemeente,‘Daar de rooilijn der Raadhuisstraat tusschen de Heeren- en Keizersgrachten een golvende lijn is, zal de winkelgalerij denkelijk een niet onaardig effect maken’. In 1899 was de galerij gereed.  

De doorbraak tussen de Herengracht en de Keizersgracht heeft een mooi voorbeeld van Amsterdamse architectuur rond 1900 opgeleverd. Van Gendt had eerder eclectische en neo-renaissance panden gebouwd, maar in de galerij zijn duidelijk de invloeden van een nieuw tijdperk, geïnspireerd door onder andere art nouveau, te zien. De rijke versiering met afbeeldingen van dieren en monsters is van Johan Schröder.


Tegenover de galerij, aan de even kant van de straat, verrezen ook een aantal interessante panden. In de periode dat de Raadhuisstraat werd gegraven en bebouwd lieten steeds meer architecten, net als Van Gent, de neo-stijlen achter zich en werden geïnspireerd door de art nouveau beweging met zijn organische, door de natuur geïnspireerde, ronde vormen en balkons. De kijk op de natuur was veranderd met de ontdekkingen van Charles Darwin en dat drong ook door in de architectuur.


Ook Berlage liet zich aanvankelijk door de art nouveau inspireren. Het is bekend dat hij natuurkundige en biologische ontwikkelingen goed volgde. Maar gaandeweg zijn carrière werd de stijl van Berlage steeds zakelijker. Hij koos vaker voor baksteen als bouwmateriaal en liet zich in zijn ontwerpen vooral leiden door de functie die een gebouw zou gaan vervullen. Daarbij mochten constructies gezien worden en moesten ornamenten functioneel zijn. Die ornamenten verwezen dan wel dikwijls weer naar de natuur. Tenslotte vond Berlage samenwerking tussen artistieke disciplines belangrijk. De panden aan de evenzijde van de Raadhuisstraat laten deze ontwikkelingen allemaal zien.

Gezien vanaf de Westerkerk in de richting van de Dam, staat links op de hoek van de Raadhuisstraat en de Keizersgracht dit pand uit 1903 (nr.52-54). Het is ontworpen door architect van Van Arkel. Van Arkel heeft meerdere uitgesproken art nouveau panden in Amsterdam ontworpen, maar hier is de toepassing van art nouveau ingetogen en zijn ook invloeden van Berlage’s zakelijke benadering zichtbaar. In het bakstenen gebouw zijn groene steentjes verwerkt en boven de ramen is een eenvoudige versiering aangebracht.

Het volgende huis (nr. 46-50) is het Binnenhuis, gebouwd in 1907. Ik schreef er eerder al een blogje over. Het pand werd gefinancierd door Carel Henny en Berlage. Het ontwerp is van Kropholler en Staal, maar het is duidelijk dat Berlage een grote vinger in de pap heeft gehad. In Amsterdam op de kaart wordt de stijl van dit gebouw dan ook als Berlagiaans beschreven.

Raadhuisstraat 44 en 42 zijn beide in art nouveau stijl bebouwd. Nr. 44 is in 1903 ontworpen door architect F.M. J. Caron. Grappig is dat de balkons op de oude tekening op een andere plek zitten dan op de hedendaagse foto. Caron heeft verschillende art nouvau panden gebouwd, onder andere op de Haarlemmerdijk. Hij was ook de thuisarchitect van Magazijn de Zon, later Vroom en Dreesman. Raadhuisstraat 42, rechts op de foto, is gebouwd in 1911. Het is eveneens een art nouveau pand, ontworpen door J. Ducker. Van hem is geen ander art nouveau werk bekend.

Het volgende, brede pand (nr. 36-40) van architect Ouëndag is in 1931 gebouwd, later dus dan de overige panden op deze rij, en is in mijn ogen een misbaksel in de verder zo interessante architectuur van de straat. Maar toendertijd werd daar anders over gedacht. Ouëndag heeft in de jaren dertig namelijk ook nr.52-54 van binnen verbouwd.

Gelukkig staat op de hoek van de Herengracht en de Raadhuisstraat (nr. 30-32) dan weer een interessant gebouw dat Berlage samen met Bonda ontwierp. Het natuurstenen pand is gebouwd in 1897 en duidelijk herkenbaar als een vroeg werk van Berlage, met ronde vormen, erkers en loggia's. En het heeft – het is even zoeken – enkele verwijzingen naar de natuur, waaronder een ornament van een olifant als sluitstuk. 


Bronnen:

Amsterdam op de Kaart: https://amsterdamopdekaart.nl/c/96/Raadhuisstraat

Wendy Berger, zj. Dierlijke ornamenten in de architectuur van Victor Horta en Hendrik Petrus Berlage, Universiteit Utrecht: https://studenttheses.uu.nl/bitstream/handle/20.500.12932/16790/Dierlijke%20ornamenten%20inleiding%20HS1%2016%20dec.pdf?sequence=2&isAllowed=y

Beeldbank Amsterdam.

Rijksmonumentenregister: https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/monumenten/518499

 

 


Share by: